dag 20, 20 mei, naar Gyor, 1.828 km

Ik werd tegen 07.00 wakker door het lawaai van een groot cruiseschip, de Primadonna - al die schepen hebben mooie namen -, dat pal voor mijn botel aan het draaien was op de Donau, om vervolgens aan te leggen.

De lucht was op dat moment compleet grijs en het motregende een beetje. Geleidelijk echter verbeterde het weer. Rond 10.00 uur ging zelfs de zon even schijnen. De rest van de dag bleef het droog, wel opnieuw koud en in de middag meer bewolking, kortom het patroon van de laatste weken (inclusief de staartwind).

Bij het vertrek uit Bravislava afscheid genomen van de Donau want die heb ik de rest van de dag niet meer gezien. De route liep door een aantal boerendorpjes parallel aan de Donau.

Na 20 km passeerde ik dan echt de grens met Hongarije (alleen paar borden) en in het eerstvolgende dorp heb ik uit de geldautomaat mijn eerste hongaarse forinten opgenomen: 50.000 stuks. Ik voelde me wel rijk op dat moment. Je geeft het overigens ook weer snel uit want 275 huf = 1 eur.

In de dorpen, veelal met een naam die begon met Duna, zoals Dunaremete, kreeg je al direct het gevoel dat je in Oost-Europa fietste: een opgelapte asfaltweg met 2 brede grasbermen en aan weerskanten doorlopende hekwerken van zo'n 1,80 meter hoog van de er achterstaande huizen. In alle dorpen was de elektriciteitsvoorziening nog bovengronds dus was het een wirwar van draden.

Op een van die palen zag ik overigens het eerste ooievaarsnest met moeders op het nest aan het broeden. Vader zag even verder op in een weiland geduldig op een kikker loeren.

De bestemming vandaag was het Hongaarse stadje Györ en de afstand maar 80 kilometer zodat ik hier met de rugwind al om 13.00 uur arriveerde. Na enig zoeken vond ik een hotel in een oud Karmelitessenklooster, gebouwd rond het jaar 1700, dus vannacht slaap ik in een kamer die waarschijnlijk eens de cel van een non was. Wat ook bijzonder is -nog niet eerder tegengekomen-, is dat erop de kamer een Nieuw Testament ligt in drie talen. Dit alles helpt het religieuze gevoel te versterken. Het blijft tenslotte een pelgrimsreis.
Ook op de kamer voor het eerst mogelijk om CNN op de tv te ontvangen. Blijf ik ook bij met het wereldse nieuws.

Gyr is volgens mijn reisgids een van de oudste steden van Hongarije. Uiteraard lag het aan de Limesweg. Dus Romeinen, maar ook Mongolen, Turken en Fransen hebben er voor de poorten gestaan. De binnenstad was onder het communistische regiem sterk verwaarloosd maar is compleet gerenoveerd en grote delen zijn autovrij met levendige winkelstraten en pleinen.

Gegeten heb ik in "the John Bull Pub", overigens een hongaars gerecht. Hier was gelukkig het menu ook in het engels zodat je wist wat je bestelde want het hongaars is voor mij echt een ramp. Er is geen touw aan vast te knopen. Ik heb gemerkt dat veel mensen ook nauwelijks een taal spreken van over de grens.

In het restaurant kwamen drie heren op leeftijd (net als ik) binnen die aan de tongval te horen Hollanders waren. We raakten in gesprek (voor mij de eerste woorden nederlands vandaag). Het waren Frans uit Sneek, Sjef uit Son en Piet uit Huissen. Zij zijn ook de Limesroute aan het fietsen, waren om tijdsredenen begonnen in Koblenz en fietsen tot Belgrado wat zij over twee dagen hopen te bereiken (ik ook) envliegen dan terug. We hebben wat ervaringen uitgewisseld en namen afscheid in de verwachting dat we elkaar waarschijnlijk de komende dagen nog wel zullen ontmoeten.

Morgen is mijn reisdoel Esztergom, moet een aardig stadje zijn, ca 120 km verderop (ik hoop dat ik opnieuw staartwind heb, anders wordt het een hele trap).